Vrijdagmiddag, 14:45. Ik zit op de binnenplaats van ons hostel, een jongen met brommerhelm vraagt om toegang. ´Woont hier een Robert Arno?´
Er wordt toch een vorm van snelrecht toegepast: om 17:00 uur is de rechtszaak…
In de uitnodiging voor de zitting staan alle gegevens van de dief: Naam, toenaam, adres, werkadres, leeftijd (hij is jonger dan we dachten: 25). En ook van Robert (al is zijn achternaam op mysterieuze wijze verdwenen uit alle aangiftes, twee voornamen is hopelijk genoeg), inclusief adres van het hostel. Waarschijnlijk heeft de familie van Luiz (zo heet de zakkenroller) dezelfde papieren gekregen. En twintig minuten later staan moeder, vrouw en kind dan ook bij ons op de stoep. Huilen, smeken. ´Por favor!´ klinkt het een half uur lang, Robert staat ze drie keer te woord, legt uit dat hij echt bij zijn aangifte blijft, dat de discussie voorbij is.
Dan worden we gebeld door de politie: of we gelijk naar het bureau willen komen, dan gaan we daarna samen naar de rechtszaak. Dus we trekken onze beste kleren aan (ah, die hadden we al aan: het enige alternatief dat we hebben voor de afritsbroek is de fietsbroek, en dat leek ons nog minder geschikt), en zitten een kwartier later weer in Ruimte I. Ik blijk een officiële getuigenverklaring te moeten afgeven. Mijn Spaans is nog slechter dan dat van Robert, met als gevolg dat Robert mjin getuigenverklaring geeft. Het is al bijna vijf uur, we lezen hem snel snel door, ik begrijp zo´n 80%, onderteken, agent Pablo ook, stempel.
Dan snel snel naar buiten. Pablo zoekt een auto, sleutels, belt, sms´t: geen politieauto. ´Zullen we dan maar gaan lopen?´, zegt Robert, ´of met de taxi?´. Het wordt het laatste. Alleen mag de politie daar blijkbaar geen geld aan uitgeven, dus wij moeten de 10 Bolivianos (1 euro) betalen. Raar, maar goed, het moet maar. Wat veel raarder is, is dat dan blijkt dat ook Luiz hier nog zit, en met ons meegaat. Robert mag voorin. Op de achterbank zit agent Pablo in het midden, dader Luiz links van hem, ik rechts. Bijzonder.
Luiz weet het beste de weg, blijkt als de taxichauffeur om de snelste route vraagt.
De rechtszaak vindt plaats in een kamer met open deur: het is een openbare zitting. Een kamer van 4 bij 5 meter, met drie verschillende bureau´s, één schrijftafeltje, twee boekenkasten (met in totaal zo´n 15 bekers, waaronder een aantal voor voetbal), twintig stoelen (vijf verschillende soorten).
Aan het middelste bureau zit de rechter. Achter het linkerbureau de openbaar aanklager en Robert, rechts Pablo, Luiz, twee advocaten. Op de 10 stoelen voor het publiek zit een assistent van de openbaar aanklager, ik, en achter mij de vrouw met kind. Daarnaast de moeder van Luiz, ook de vader loopt in en uit.
De twee uur die volgen zijn voor mij niet erg begrijpelijk. En omdat Robert een gedeelte van de zaak de kamer uit moet, weten we niet exact wat er allemaal gezegd is. Maar het lijkt correct te verlopen, met stukken die gepresenteerd worden, verklaringen die in twijfel getrokken worden (de mijne ja) en na hoor en wederhoor toch voor waar aangenomen worden. De rechter luistert het eerste en praat het tweede uur. Hij dicteert zijn lezing aan de secretaresse, en dat gaat niet heel erg snel, maar wat we begrijpen van wat hij zegt klinkt ons rechtvaardig in de oren. Er is maar één moment dat ik even mijn best moet doen om mijn lachen in te houden:
´Volgende regel.´
´Robert Arno werd vergezeld door…´ stilte, twijfel?
´… zijn geliefde…´ Ah, hij maakt zich er gemakkelijk van af, denk ik, wat flauw. Eerdere pogingen tot het correct uitspreken van mijn naam door de openbaar aanklager en één van de advocaten van Luiz mislukten jammerlijk (Witte Kop en Vjeche Kor). Maar er volgt een komma, en de rechter probeert het ook, slaagt veel beter.
Ook op belangrijker vlak lijkt de rechter me een echte rechter, een indrukwekkend rechtvaardige, neutrale man. Hij trekt niemand voor, luistert veel, kraakt links en rechts wat protesten af. Doet niet zijn best om gezellig te zijn, doet wat hij moet doen.
Hij richt zich ook nog aan de voortdurend snikkende vrouw met kind: ´Uw eerste prioriteit is het moederschap. De vader heeft zich keer op keer onverantwoordelijk gedragen, dat is zijn keuze, u moet kiezen voor uw kind.´
De dief wordt schuldig bevonden, over voor hoe lang hij achter de tralies verdwijnt is nog geen zekerheid. Waarschijnlijk drie maanden, zegt men. En daar zijn we wel blij om, dat lijkt ons, zeker omdat het niet de eerste keer is en er eerder geweld in het spel is geweest, gepast.
De rechter blijkt Frans te spreken, hij praat nog kort na met Robert. ´Ik wil nogmaals mijn medeleven betuigen aan de vrouw-met-kind´, zegt Robert, ´maar ik sta achter mijn getuigenis´: de rechter vertaalt het aan haar.
Serieus gaan we samen met de openbaar aanklager en zijn sukkelige assistent naar buiten. Allebei de advocaten proberen nogmaals Robert over te halen een document te tekenen dat Luiz hem de spullen zelf terug gaf. ´Dat is de waarheid niet. Ik blijf bij mijn getuigenis, alles staat in de aangifte. Voor mij is het nu klaar. Final.´ Hij onderstreept het met duidelijke handgebaren, de advocaten druipen eindelijk af.
Afgelopen. Uit.
Wiesje en Robert,
ik vind jullie twee waardige mensen.
Stef
wat een avontuur! Blijkbaar heb je toch een goed opvoeding genoten.Deel ik ook nog een beetje mee in je rechtvaardigheidsgevoel!
Ben weer trots op je!!Maar pas wel op je tellen!
Hallo Wiesje en Robert,
Wat een toestanden allemaal…. Hoop dat de rust weer een beetje is wedergekeerd en dat jullie inmiddels weer op pad zijn het groen in en naar het Terre des Homes project!
Goede reis verder
Groetjes van Sandra
Hoi Wies en Robert,
Hoest in Sucre, of zijn jullie al weer verder?
Ben benieuwd naar (weer) de mooie plaatjes (van Wies?)
Groetjes
diPaPa
Ha Wiesje en Robert,
Voor mij bekende verhalen oa over Potosi waar zoals je weet onze oudste dochter ooit verwekt en ik heb op de terugweg met de bus de meest verschrikkelijke diarree uit mijn leven gekregen wat jullie tot nu toe gelukkig bespaard lijkt. Die giftige en verstikkende mijndampen en die supernauwe gangen zijn inderdaad verschrikkelijk. Marinke ging ook bijna van haar stokje.
Wel bijzonder dat jullie Evo Morales zijn tegengekomen.
Tja en die toestand met die dief. Die zal jullie wel altijd bijblijven. Volgens mij hadden jullie het niet beter aan kunnen pakken en de hele rechtsgang inclusief advocaten lijkt mij zeker voor derdewereldbegrippen van een hoge standaard. Schuldgevoel zou dan ook misplaatst zijn, maar ja ….. En de politie lijkt niet eens corrupt, heeft niet eens geprobeerd geld af te troggelen! En jullie niet dagen opgehouden. Want tergend trage bureaucratie is vaak een reden om het maar te laten zitten. Gelukkig zijn jullie niet zelf in het beklaagdenbankje terecht gekomen want ook dat behoort tot de mogelijkheden.
Bedankt voor het kaartje en de lekker vlot geschreven verhalen op deze site! En wat lijken al die indianen toch op elkaar vinden jullie niet? Al een van die prachtige lamawollentruien gekocht of kan dat er niet meer bij?
Frans