#24 – Huis

´Champagne, hebben ze champagne?´
Het is dinsdag, net iets na half tien ´s ochtends, we hebben gerend naar één van de chiquere bars van Cochabamba waar de rijkere locals de hele nacht door kunnen drinken, en waar dus ook om half tien ´s ochtends champagne geserveerd zou kunnen worden. Maar helaas, geen champagne.
Dan maar een cocktail met feestelijk uiterlijk: caipirinha con frutas . De serveerster vertrekt geen spier.
Roberts mobiel staat tegen de servethouder.
We wachten op een SMS.
Kijken naar een heel klein schermpje in veel te felle zon.
De cocktails worden warm.

Ondertussen, in Nederland, zit Aad (gemachtigde, collega, toekomstige buurman en nog veel meer) bij de notaris. Met onze koopovereenkomst: na tweeëneenhalf jaar vergaderen lijkt het er op dat we toch echt eigenaar gaan worden van ons klushuis, nu nog bouwval, over ongeveer een jaar droomhuis. Is het plan. Een dubbele benedenwoning met tuin, van binnen naar eigen inzicht ontworpen, met toegang tot de binnentuin die we delen met een stuk of 50 buren die we de afgelopen tijd al erg goed hebben leren kennen.

´De notaris en ik hebben geen idee wat het is, maar sla maar achterover!´

We gaan staan (nog steeds houdt de serveerster haar gezicht strak), proosten zo officieel mogelijk, proberen te beseffen dat we nu Huizenbezitter zijn. Weten niet zo goed of dat iets is om blij over te zijn of niet.
Wel blij zijn we over het feit dat we aan dát huis gebonden zijn. Met díe buren. Erg blij, erg blij ook dat iemand tijdens onze afwezigheid de nodige handtekeningen wilde zetten.
Dank, Aad!

Wachten op Aad´s handtekening
Wachten op Aad´s handtekening

#22 – Luxe

´Welke wijn past daar het beste bij?´
Mijn hoofd nog vol sardientjes kan ik mijn lachen bijna niet inhouden.

Een cliché is niet voor niets een cliché (en ja, dat is er ook één). Maar ah, wat wordt het onder sommige omstandigheden toch duidelijk hoe belachelijk luxe we thuis leven. En wat ga ik het thuis weer hard proberen, het genieten van al die luxe.

Vanaf de plek waar we een project van Terre des Hommes bezochten tot Samaipata leek me een dag of vier fietsen. Het bleken er acht – en weer niet erg makkelijk. Belachelijk lange klimmen (als 1800 m. in 35 km, meer deden we niet die dag), hele steile afdalingen, alles onverhard.

Één avond gaan we luxe eten: pasta met tonijn. Na pasta met ui en pasta met een bouillonblokje en smaakloze kaas een welkome afwisseling. Maar als ik het blikje tonijn openmaak zie ik dat er ´sardines´op staat.
Na zes weken fietsen door de  Sahara (2004, deel van reis door Afrika (https://www.cyclingsouth.nl/dagboek/sentmailings.aspx  > 041202 Nouakchott voor woestijnverhaal)) waarin we leefden op pasta met sardientjes (en ´s ochtends Cerelac babyvoeding) hebben we gezworen nooit meer pasta met sardientjes te eten (en nooit meer Cerelac, zelfs niet Etape 3, Goûts Plus Riches). Maar nu we voor de keuze staan tussen pasta met sardientjes of geen eten breken we tegen heug en meug onze belofte.
Continue reading #22 – Luxe

#21 – Off the beaten track

In Sucre is op het centrale plein één op de twintig personen toerist (en één op de dertig schoenpoetser die iets aan de toeristen probeert te verdienen). Drie fietsdagen van Sucre vandaan, op een niet al te grote weg, zijn we weer behoorlijk van de gebaande weg af.
Continue reading #21 – Off the beaten track

#20 – Coca

´Misschien moeten we daar morgen wel naar toe.´
´Nee´, zeg ik beslist, dat slaat nergens op, zó hoog op de bergkam.

Al eerder schreven we over het cocagebruik van onze gids in Potosi. Coca is legaal in Bolivia, en wordt door het gros van de arbeiders aan de weg, op het land en in de bouw gebruikt om de dag door te komen, zonodig zonder lunch. Het is níet vergelijkbaar met cocaïne, maar is daar wel de grondstof voor, en daardoor omstreden.
Wij verrichten overdag ook behoorlijk wat arbeid (en zeggen dat het vakantie is). Zonder lunch door kunnen fietsen lijkt ons erg handig. En daarnaast is het natuurlijk goed om je best te doen je te verplaatsen in de lokale bevolking. Eigenlijk zijn we vooral nieuwsgierig: we gaan het een dag proberen.
Continue reading #20 – Coca

#19 – Snelrecht

Vrijdagmiddag, 14:45. Ik zit op de binnenplaats van ons hostel, een jongen met brommerhelm vraagt om toegang. ´Woont hier een Robert Arno?´
Er wordt toch een vorm van snelrecht toegepast: om 17:00 uur is de rechtszaak…

In de uitnodiging voor de zitting staan alle gegevens van de dief: Naam, toenaam, adres, werkadres, leeftijd (hij is jonger dan we dachten: 25). En ook van Robert (al is zijn achternaam op mysterieuze wijze verdwenen uit alle aangiftes, twee voornamen is hopelijk genoeg), inclusief adres van het hostel. Waarschijnlijk heeft de familie van Luiz (zo heet de zakkenroller) dezelfde papieren gekregen. En twintig minuten later staan moeder, vrouw en kind dan ook bij ons op de stoep. Huilen, smeken. ´Por favor!´ klinkt het een half uur lang, Robert staat ze drie keer te woord, legt uit dat hij echt bij zijn aangifte blijft, dat de discussie voorbij is.
Continue reading #19 – Snelrecht

#17 – Evo! Evo! Evo!

We hebben hem gezien: Evo Morales! Evo! Evo! Evo!

Na een vroeg en weer heerlijk fruitsalade-voor-70-cent-ontbijt slenteren we richting markt. Het is druk, heel druk. Opeens is er commotie: mensen gaan rennen, roepen. Is hij daar? Is Híj daar? ´Evo! Evo! Evo!´, wordt geroepen. Iemand zegt iets negatiefs, tenminste, dat concluderen we uit de scheldkanonnade die hij over zich heen krijgt.
We wurmen ons naar het grote plein, tegenover Casa de la Libertad (Huis van de Vrijheid), waar hij het congres zal toespreken en later misschien ook het volk. Misschien is er iets te zien, maar we zien niets. Wel horen we via luidsprekers dat hij met zijn toespraak begint, maar we begrijpen er niets van. Continue reading #17 – Evo! Evo! Evo!

#16 – The Devils Miner

Zo dagenlang in dezelfde stad zoeken we ook ´s avonds wat leuks te doen. Fanfarebands luisteren hebben we wel een beetje gehad – en in de bioscoop draait alleen The Simpsons in het Spaans. Maar in een gringocafé draaien ze ook films – en zo kwamen we terecht bij een documentaire over twee jongens in Cerro Rico, de berg bij Potosi waar wij ook een mijn hebben bezocht. Erg goed, indrukwekkend, we kregen het weer bijna net zo benauwd. Voor wie meer wil zien hierover een aanrader: the Devils Miner.

#15 – Vakantie?

Tja – opeens is er dan een soort ongeplande vakantie in de vakantie.

De slechte lucht werd mijn keel te veel, en ik heb drie dagen op de hotelkamer in Sucre doorgebracht. Robert vermaakte zich met rondjes fietsen, klimmen, fruitsalades halen voor mij, keelsnoepjes, avondeten, broodjes halen voor mij. Ik sliep, at, las Pamuk (en zat daardoor met mijn hoofd meer in Istanbul dan in Sucre), verveelde me dood, beleefde geen zak.

En nu ik weer buiten kom, al is het fluisterend, en iets probeer te begrijpen van de verhalen van onze alleen Spaans sprekende contactpersoon van het project van Terre des Hommes waar ik foto´s van zal gaan maken, en van de verhalen over onafhankelijkheidsdag, blijkt dat we hier voorlopig nog niet wegfietsen.
Overmorgen komen heel veel belangrijke mensen naar Sucre om de 184e  Onafhankelijkheidsdag van Bolivia te vieren in Onahfhankelijkheidsstad Sucre. Ons zegt maar één naam iets, en het is niet eens zeker dat hij komt: Evo Morales.
Diverse fanfares en verschillende soorten politieteams lopen al dagen te oefenen, de optredens zijn over twee dagen uitgespreid. Vanaf morgen ligt hier alles plat, zo is ons gezegd.

Omdat ik op een werkdag het project van Terre des Hommes dat hier één fietsdag vandaan ligt wil fotograferen, en de eerstvolgende normale werkdag pas maandag is, zitten we daarom nog even in Sucre. Pas vanaf dinsdag dalen we af richting oerwoud, richting warmte, groen, muggen.

#14 – Sucre en Bolivar

Eergisteren zijn we aangekomen in Sucre. Een halve dag eerder dan verwacht, waardoor we twee rustdagen hebben. En dat is maar goed ook: wat een ongelooflijk interssante stad.

De onafhankelijkheid van Zuid-Amerika is hier begonnen. Hier, in Sucre, hier, in ´Casa de la Libertad´, het huis van de vrijheid, tegenwoordig een museum met een in ons geval keurig Engels sprekende gids met nog keuriger achterovergekamd haar. Gelukkig blijkt hij minder stijf dan hij er uitziet, vertelt geanimeerd over de geschiedenis van Boliva. Continue reading #14 – Sucre en Bolivar

#13 – Lang

In Nederland is Robert met zijn 1.93 best lang, en ik met 1.82 ook wel. Hier zijn we belachelijk.

De meeste mensen komen niet veel hoger dan mijn oksels. Best handig: op de markt hoeven we niet bang te zijn dat we elkaar kwijtraken.

Op een middag willen we lijm kopen in een Libreria, een kantoorboekhandel. Robert wijst het gewenste produkt aan, dat net buiten bereik van het winkelmeisje ligt. Ze rekt en springt, maar het lukt niet. ´Mag ik even?´zegt Robert, en reikt óver de toonbank en óver de ruimte achter de toonbank heen, en kan er zonder problemen bij.

Als we op een kruk zitten bij één van de vele fruitsaladebars op de markt van Sucre (ah…), zijn er ook weer oude bedelaars die langs komen. Zij, oud, staan; wij zitten; we kunnen elkaar perfekt in de ogen kijken.

Bedden blijken gelukkig van Europees formaat. Wel jammer is dat Robert erg vaak zijn hoofd stoot. Misschien hadden we toch een helm mee moeten nemen.

Geotagging plugin by eMich.