´Misschien moeten we daar morgen wel naar toe.´
´Nee´, zeg ik beslist, dat slaat nergens op, zó hoog op de bergkam.
Al eerder schreven we over het cocagebruik van onze gids in Potosi. Coca is legaal in Bolivia, en wordt door het gros van de arbeiders aan de weg, op het land en in de bouw gebruikt om de dag door te komen, zonodig zonder lunch. Het is níet vergelijkbaar met cocaïne, maar is daar wel de grondstof voor, en daardoor omstreden.
Wij verrichten overdag ook behoorlijk wat arbeid (en zeggen dat het vakantie is). Zonder lunch door kunnen fietsen lijkt ons erg handig. En daarnaast is het natuurlijk goed om je best te doen je te verplaatsen in de lokale bevolking. Eigenlijk zijn we vooral nieuwsgierig: we gaan het een dag proberen.
Aanschaf is geen enkel probleem. Het ligt op de markt gewoon tussen de tomaten en de wortels, en kost ongeveer een euro voor een flinke plastic zak die een kwart van mijn voortas vult.
Ermee beginnen is een ander verhaal. Als eerder verteld houden we nogal van eten, en dat opgeven voor een twijfelachtig experiment kost ons wat moeite.
Dan komt de dag ná de dag waarop Robert de opmerking maakte waar deze post mee begint. Al snel blijkt dat we wél die idioot hoge bergkam opmoeten. En lijkt het ons een geschikte dag groene blaadjes te gaan kauwen.
We weten dat je ze stuk voor stuk (formaat flinke postzegel) van de middennerf moet ritsen, en dat vergt techniek. En die hebben we niet. Gelukkig ziet niemand ons hannessen. Beetje kauwen, en in de rechterwang. Volgende blaadje.
Het kost ons een kwartier om een enigszins zichtbare verdikking in ons gezicht te kauwen.
Het smaakt als groene thee, dat lijkt me ook helemaal niet lekker.
Verder met de klim. Ingespannen let ik op verdachte verschijnselen tijdens het fietsen. Voe ik me al ´slightly detached´, zoals beschreven werd? Ben ik melancholieker dan normaal?
Ik merk niet zoveel. Of is dat deel van het effect? Of is het de zon, die vandaag nog feller lijkt te schijnen dan gewoonlijk?
We stoppen even, om nog meer blaadjes bij te eten. ´Ja, doorwerken zonder pauze´, merkt Robert op, ´maar wel steeds stoppen om coca te kauwen´. Wel bedenken we dat we geen van tweeën gemerkt hebben dat de weg van half-verhard (kinderhoofdjes) overgegaan is in onverhard. Gevolg van het coca kauwen of van het hard opletten of het coca kauwen al effect heeft?
Ik ben misselijk, neem me voor om te wachten tot de pas met het uitspugen van de groene derrie, die steeds vaker door het gat van mijn vorig jaar getrokken verstandskies mijn mond in kruipt. Mijn wang is gevoelloos, wat schijnt te kloppen. Ik kan me minder concentreren, wat ik helemaal niet fijn vind. Daardoor ben ik chagrijnig, wat vooral Robert niet fijn vindt. En ik heb honger.
Twee dikke groene kwakken naast de weg, we pakken ons brood.
Drie dagen later geven we de overgebleven driekwart zak blaadjes aan onze hotelbazin, die er blij mee is.